Week 2: Onderzoek obstakels voor minder stress
Doe een ademhalingsmeditatie van 5 tot 10 minuten waarbij je je volledig richt op je ademhaling. Observeer tijdens de meditatie hoe je lichaam reageert op verschillende gedachten en gevoelens. Noteer na afloop welke obstakels, zoals gedachten en emoties, je bent tegengekomen en hoe je hiermee bent omgegaan.

Becerra, C. (2016). Man met zwarte pet met gesloten ogen onder bewolkte hemel [Foto]. Pexels. https://www.pexels.com/nl-nl/foto/man-met-zwarte-pet-met-gesloten-ogen-onder-bewolkte-hemel-810775/
Hoe voer je de ademhalingsmeditatie uit?
- Zoek een rustige plek
Ga zitten op een stoel of kussen met een rechte rug. Je kunt ook liggen als dat prettiger voelt. Sluit je ogen of houd ze halfopen met een zachte blik.
- Breng je aandacht naar je ademhaling
Adem normaal in en uit, zonder iets te forceren. Voel hoe de lucht je neus binnenstroomt en weer naar buiten gaat. Merk op hoe je buik of borstkas op en neer beweegt.
- Let op je lichaam en gedachten
Misschien voel je spanning in je schouders of een rusteloos gevoel in je benen.
Gedachten kunnen opkomen, zoals “Ik doe het niet goed” of “Wat ga ik straks eten?”. Dit is normaal.
- Laat gedachten en emoties komen en gaan
Wanneer je merkt dat je bent afgeleid, breng dan rustig je aandacht terug naar je ademhaling. Probeer gedachten en emoties te observeren zonder ze te veroordelen. Zie ze als wolken die voorbij drijven in de lucht.
- Afronding van de meditatie
Na 5-10 minuten, neem een moment om weer bewust te worden van je omgeving.
Open langzaam je ogen en voel even na hoe je je nu voelt.
- Schrijf je ervaring op!
Schrijf kort op welke obstakels je bent tegengekomen (zoals gedachten en gevoelens). Benoem ook hoe je hiermee om bent gegaan.